YamahaメーカーXJR1300の使用説明書/サービス説明書
ページ先へ移動 of 88
5WM-28199-D3 XJR1300 HANDLEIDING.
DAU2694 2 DECLARA TION of CONFORMITY We Company: MORIC CO., L TD. Address: 1450-6 Mori Mori-Machi Shuchi-gun Shizuoka 437-0292 Japan Hereby declare that the pr oduct: Kind of equipment: IMMOBILIZER T ype-designation: 5SL-00 is in compliance with following norm(s) or documents: R&TTE Directive(1999/5/EC) EN300 330-2 v1.
INLEIDING DAU101 00 Welkom in de wereld van Yamaha rijders! Als eigenaar van de XJR1300 profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabriceren van producte n van topkwaliteit, waarmee Yamah a haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
BELANGRIJKE I NFORMATIE IN DE HANDLEIDI NG DAU1015 1 Bijzonder belangrijke informati e is in deze handleidi ng gemarkeerd met de volgende aandu idingen: OPMERKING: ● Deze handleidin g moet worden gezien als een perma nent onderdeel van deze motorfiets e n moet altijd bij de m otorfiets blijven, o ok als deze ooit wordt verkocht.
BELANGRIJKE INFORMA TIE IN DE HANDLEIDI NG DAU102 00 XJR1300 HANDLEIDING ©2005 do or Y amaha Mot or Co., Ltd. 1e uitga ve, juli 2005 Alle rechten v oorbehouden. Elke v orm van h erd ruk of onbe voegd ge- bruik zo nder sch rifte lijk e toest emming van Y amaha Moto r Co.
INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1 BESCHRIJVING ................. ...............2-1 Aanzicht l inkerzij de ..... ............ .........2-1 Aanzicht r echterzij de ................... ....2-2 Bedieninge n en i nstrument en . .......
INHOUDSOPGAV E Control eren en sm eren v an middenb ok en zi jstandaard ....... 6-23 De ach terbrugsch arnierpunten smeren .. ........... ................. ........ 6-24 Voorvork c ontrol eren ................. ... 6-24 Controle v an stuurs ysteem ...
1-1 1 VEILIGHEIDSI NFORMATIE DAU10251 MOTORFIETSEN ZIJN TWEEWIELI GE VOERTUIGEN. HU N VEILIG GEBRUIK EN WERKING ZIJN AFHANKELIJ K VAN JUIS- TE RIJTECHNIEKE N EN VAN DE DES- KUNDIGHEID V AN DE BESTUURD ER. ELKE BESTUURDER MOET BEKE ND ZIJN MET DE VO LGENDE VEREIS TEN ALVORENS MET DEZE MOTOR TE GA AN R IJD EN.
VEILIGHEIDSIN FORMATIE 1-2 1 • Geef altijd rich t ing a an voordat u af- slaat of van ri jstrook wisselt. Zorg dat andere weggebruikers u k unnen zien.
VEIL IGHEI DSINF ORMATIE 1-3 1 Let op het vol gende wanne er u tot deze ge- wichtslimi et belaadt: ● Het zwaartepunt van bagage en ac- cessoires moet zo laag mogelijk liggen en zo dicht mogelijk bij de motor.
VEILIGHEIDSIN FORMATIE 1-4 1 ● Start de motor nooit in een afges loten ruimte en laat hem dan niet draaien. De uitlaatgass en zijn giftig en kunnen al heel snel bewustelo osheid of dode- lijk letsel v eroorzaken. Start de motor alleen in de open lucht of in een ruimte die voldoende ventila t ie heeft.
BESC HRIJVING 2-1 2 DAU1041 0 Aanzicht linkerzi jde 1. Reser v oir koppelingsvloeistof (pagina 6-18) 2. Brandstofkraan (pagina 3-13) 3. Stelring voor v eervoorspanning schokdemper unit (pagina 3-16) 4. Bagageriemb e vestiging (pagina 3-17) 5. Zadelslot/helmbev es tiging (pagina 3-14/pagina 3-15) 6.
BESCHRIJVI NG 2-2 2 DAU104 20 Aanzicht rechterzi jde 1. Remlicht/achterlicht (pagina 6-29) 2. Bagageriembev estiging (pagina 3-17) 3. Stelring voor v eer v oorspanning schokdemper unit (pagina 3-16) 4. Boordgereedschapsset (pagina 6-1) 5. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-18) 6.
BESC HRIJVING 2-3 2 DAU1043 0 Bedieningen en instrumenten 1. K oppelingshendel (pagina 3-8) 2. Schakelaargroep link ers tuurzijde (pagina 3-7) 3. Chokehendel (pagina 3-14) 4. Snelheidsmeter (pagina 3-5) 5. Multifunctioneel display (pagina 3- 6) 6. T oerenteller (pagina 3-5) 7.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-1 3 DAU268 90 Startblokkeersysteem Dit voertuig is voorzien van een startblok- keersysteem waarmee diefstal kan worden bemoeilijkt door de codering van de stan- daardsleutels te wijzigen .
FUNCTIES VA N INSTRUME NTEN EN B EDIENINGEN 3-2 3 DAU10471 Contactslot/st uurslot Via het contactslot/stuu rslot worden het ont- stekingssystee m en de verlichtingssyste- men bediend en wordt het stuur vergrendeld. OPMERKING: Gebruik de standaardsleutel (zwart boven- deel) voor het normale gebruik van het voertuig.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-3 3 Om het stuur te ontgrendelen Druk de sleutel in en draai hem dan naar “ OFF ” terwijl de sleutel ingedrukt word t ge- houden.
FUNCTIES VA N INSTRUME NTEN EN B EDIENINGEN 3-4 3 DAU11060 Vrijstandcontrolelampje “” Dit controlelampje brandt terwijl de versnel- lingsbak in de vrijstan d staat. DAU11080 Controlelampje grootlicht “” Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp is ingeschakeld v oor grootlicht.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-5 3 DAU116 01 Snelheidsmeter De snelheidsmeter toon t de actuele rijsnel- heid. Wanneer de sleutel naar “ ON ” wordt ge- draaid, slaat de naald van de s nelheidsme- ter eenmaal helemaal uit tot aan de hoogste snelheid en k eert daarna weer terug naar nul om het elektrische circuit te tes ten.
FUNCTIES VA N INSTRUME NTEN EN B EDIENINGEN 3-6 3 LET OP: DCA10040 Wanneer de toerenteller een foutcode aangeeft, moet de machine zo spoedig mogelijk worden gecontroleerd om mo- torschade te voorkomen.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-7 3 menten en symbool “” gaan knipperen. Vraag in d at geval een Yamaha dealer het elektrisch circuit te testen. Klokweergave De klok op tijd zetten: 1. Draai de sleutel naar “ ON ” . 2. Houd de toets “ SELE CT ” en de toets “ RESET ” tegelijkertijd mi nstens twee seconden lang ingedruk t.
FUNCTIES VA N INSTRUME NTEN EN B EDIENINGEN 3-8 3 DAU12360 Lichtsignaalschakelaar “ PAS S ” Druk deze schakelaar in om de koplamp een lichtsignaal te laten afgev en. DAU12400 Dimlichtschakelaar “ / ” Zet deze schakelaa r op “” voor grootlicht en op “” voor dimlicht.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-9 3 De koppeling shendel is voorzien v an een stelwiel voor het instellen van de stand van de koppelingshendel. Verstel de afstand tussen de kopp elingshendel en de stuu r- greep door het stelwiel te verdraaien terwijl de hendel van het stuur vandaan wordt ge- houden.
FUNCTIES VA N INSTRUME NTEN EN B EDIENINGEN 3-10 3 De remhendel is v oorzien van een stelwiel voor afstelpositie. Om de afstand tussen de remhendel en de stuurgreep af te stellen, wordt het stelwiel gedraaid terwijl de hendel van het stuur vandaan wordt gehoude n.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-11 3 OPMERKING: De tankdop kan alleen worden gesloten met de sleutel in het slot. Bovendien kan de sleutel niet worden uitgenomen als de tankdop niet correct gesloten en vergren- deld is. W AARSCHUWING DWA110 90 Controleer voor u gaat rijden of de tankdop correct is afgesloten.
FUNCTIES VA N INSTRUME NTEN EN B EDIENINGEN 3-12 3 gebruik loodvrije superbenzine. Door lood- vrije benzine te gebruiken gaan bougies langer mee en blijven de onderhoudskosten beperkt. DAU13410 Tankbeluchtingsslang Alvorens de motorfiets te gebruiken: ● Controleer de aansluiting van de tank- beluchtingsslang.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-13 3 DAU135 70 Brandstofkraan Via de brandstofkraan w ordt de brandstof van de tank naar de carburateurs gevoerd en bovendien gefilterd. De standen v an de hendel v an de brand- stofkraan worden als volgt toegelicht en ge- toond in de afbeeldingen.
FUNCTIES VA N INSTRUME NTEN EN B EDIENINGEN 3-14 3 DAU13590 Chokehendel “” Voor het starten van een koude motor is een rijker luch t/brandstof mengsel nodi g; via de choke wordt dit mengsel geleverd. Beweeg de hendel in richting (a) om de cho- ke aan te zetten.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-15 3 DAU143 50 Helmbevestiging Steek de sleutel in h et zadelslot en draai deze dan zoals getoon d om de helmbeves- tiging te openen. Vergrendel de helm bevestiging door de sleutel in de oorspronkelijke positie te draaien en deze dan uit te nemen.
FUNCTIES VA N INSTRUME NTEN EN B EDIENINGEN 3-16 3 OPMERKING: Breng de gewenste groef op het st elmecha- nisme in lijn m et het bovenvl ak van de v ork- plug. DAU14901 Afstellen van de schokdemperunits Elke schokd emperunit is uitgerus t met ee n stelring voor veervoorspanni ng.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-17 3 W AARSCHUWING DWA102 30 Deze schokdempers zijn gevuld met stikstofgas onder hoge druk. Lees en be- grijp de volgende informatie alvorens de schokdempers te gebruiken.
FUNCTIES VA N INSTRUME NTEN EN B EDIENINGEN 3-18 3 DAU15301 Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de lin ker- zijde van het frame. Trek of druk de zijstan- daard met uw voet omhoog of omlaag terwijl u de machine rechtop houdt.
FUNCTIES VAN INSTR UMENTEN EN BEDIENINGEN 3-19 3 Met de motor uit: 1. Beweeg de zijstandaard omlaag. 2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat. 3. Draai de sleutel naar aan. 4. Schakel de v ersnellingsbak in de vrijstand. 5. Druk op de star tknop.
CONTROLES VOOR HET STAR TEN 4-1 4 DAU15591 De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van zijn voertuig. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij bloots telling aan weer en wind vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet w ordt gebruikt.
CO NTROL ES VOOR HET STAR TEN 4-2 4 DAU156 03 Controlelijst voor gebruik ITEM CONTROLES P A GINA Brandstof • Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank. • V ul indien nodig brandst of bij. • Controleer de brandstofleiding op lekkage. 3-11 Motorolie • Controleer het olieniv eau in de motor .
CONTROLES VOOR HET STAR TEN 4-3 4 Gasgreep • Controleer of de werking s oepel is . • Controleer de vrije s lag van de kabel. • Vraag indien nodig de Y amaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen, en de kabel en het kabelhuis te smeren.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-IN FORMATIE 5-1 5 DAU159 50 W AARSCHUWING DWA102 70 ● Zorg dat u volkomen vertrouwd bent met alle bedieningsfuncties en hun werking voordat u gaat rijden. Informeer bij een Yamaha dealer als u de werking van een schakelaar of functie niet volkomen begrijpt.
GEBRUIK EN BE LANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 5-2 5 het waarschuwingslampje dan op- nieuw. Vraag een Yamaha dealer het elektrisch circuit te controleren als het waarschuwingslampje niet gaat branden als de contactsleutel naar “ ON ” wordt gedraaid of als het lampje niet dooft ter wijl gestart wordt met voldoende motorolie.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-IN FORMATIE 5-3 5 DAU166 71 Schakelen Door de versnellingen te schakelen kunt u het beschikbare motorvermogen doseren bij het wegrijden , optrekken, tege n een hel- ling oprijden etc. De schakels tanden worden getoon d in de afbeelding.
GEBRUIK EN BE LANGRIJKE RIJ-INFORMATIE 5-4 5 DAU16841 Inri jperio de De belangrijkste p eriode in de levensd uur van het motorblok is de tijd tussen 0 en 1600 km (1000 m i). Lees daarom de vol- gende informatie aandachtig do or . Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaar worden belast.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-1 6 DAU172 40 De eigenaar is v erplicht de optim ale veilig- heid te waarborgen. Door periodiek inspec- ties, afstellingen en smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine in zo veilig en effici ë nt m ogelijke conditie blijft.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-2 6 DAU17705 Periodiek smeer- en onderhoudsschema OPMERKING: ● De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder- houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-3 6 8 * Achterrem • C ontroleer de w erking en het vloeistofniv eau en contro- leer de machine op vloeistoflekkage. √√√√√ √ • V er v ang de remblokken. W anneer de slijtagelimiet is bereikt 9 * Remslangen • C ontroleer op scheurtjes en beschadigingen.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-4 6 DAU17670 OPMERKING: ● Het luchtfilter dient vaker te worden gecontrolee rd wanneer u in een extreem v ochtige of stoffige omgeving rijdt. ● Onderhoud aan hyd raulisch rem- en koppeli ngssysteem • Controleer regelmatig het rem- en kop pelingsvloeistofniveau en v ul indien nodig bij.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-5 6 • Vervang de inwendige ond erdelen van de hoofd remcilinders en rem klauwen en van de koppelingshoofd cilinder en -werkcilinder na elke twee jaar en ververs dan oo k de rem- en de koppelings vloeistof.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-6 6 DAU18771 Panelen verwijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder- houdswerkzaam heden die in dit hoofdstuk worden beschrev en, moeten de afgebeelde panelen worden verwijderd. Neem deze pa- ragraaf telkens door o m een pane el te ver- wijderen of aan te brengen.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-7 6 DAU330 20 Paneel B Verwijderen van het paneel 1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-14.) 2. Verwijder de bout en trek het paneel los zoals getoond. Aanbrengen van het paneel 1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke positie en breng dan de bout aan.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-8 6 DAU19543 Controleren van de bougies De bougies zijn belangrijke onderdelen van de motor die gemakk elijk kunnen worden gecontroleerd.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-9 6 OPMERKING: Als geen momentsleu tel beschikba ar is, wordt de bougie correct vastgezet door handvast te zetten en dan nog 1/4 – 1/2 slag verder te draaien. De bougie moe t echter zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo- ment worden aangedraaid.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-10 6 O PMERKI N G : Sla de stappen 4 – 10 ov er als het oli efiltere- lement niet wordt vervange n. 4. Verwijder het paneel C. (Zie pagina 6-6.) 5. Verwijder de aftapschroef van het olie- filterelement om de olie uit h et oliefilte- relement te laten stromen.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-11 6 10. Monteer het paneel. 11. Breng de oliea ftapplug aan en zet deze dan vast met het voorgeschre- ven aanhaalmome nt. 12. Vul bij met de vo orgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motorolie, monteer dan de olievuldop en zet deze vast .
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-12 6 5. Geef een paar tikjes tege n het luchtfil- terelement om het m eeste stof en vuil te verwijderen en blaas dan het nog achtergebleven vuil weg met perslucht zoals afgebeeld. Vervang het luchtfil- terelement als dit beschadigd i s.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-13 6 DAU213 20 Afstellen van het stationair toerental Het stationair toeren tal moet a ls volgt wo r- den gecontroleerd en eventueel afgesteld volgens de intervalperioden vermeld in het periodieke smeer- en ond erhoudsschema.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-14 6 DAU21401 Klepspeling De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af- wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver- houding kan veranderen en/of het motorgeluid toeneemt.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-15 6 troleverlies of ernstig letsel. Zorg dat het totale gewicht van de motor- rijder, de passagier, de bagage en de gemonteerde accessoires nooit het voorgeschreven maximumlaad- gewicht voor de machine over- schrijdt.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-16 6 Bandeninformatie Deze motorfiets is uitgerust m et gietwielen en tubeless banden met ban dventielen. W AARSCHUWING DWA10480 ● De banden op de voor- en achter- wielen dienen van hetzelfde mer k en dezelfde constructie te zijn, an- ders is het weggedrag van de motor mogelijk niet normaal.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-17 6 DAU219 60 Gietwielen Let ten aanzien van de voorgeschreven wielen op het volgende voor een optimale prestatie, levensduur en veilige werking van uw motorfiets. ● Controleer de velgen voor iedere rit op scheurtjes, verbuigin g of kromtrekken.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-18 6 DAU22321 Controleren van voor- en achterremblokken Voorrem Achterrem De remblokken in de voor- en achterrem moeten worden gecontroleerd op slijtage volgens de intervalperioden voorgesc hre- ven in het periodieke sm eer- en onder- houdsschema.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-19 6 Koppeling Bij een tekort aan remvloeistof kan lucht de rem- of koppelingsy stemen binn endringen, waarna deze mogelijk minder effectief zul- len werken. Controleer alvorens te gaan rijd en of de remvloeistof boven d e merkstreep voor mi- nimumniveau staat en vul indie n nodig bij.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-20 6 DAU22750 Rem- en koppelingsvloei stof verversen Vraag een Yamaha de aler de remvloeistof en de koppelings vloeistof te verv ersen vol- gens de intervalperi oden voorgeschreven onder OPMERKING bij het periodieke smeer- en onderhoudsschema.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-21 6 LET OP: DCA105 70 Een slecht gespannen aandrijfketting overbelast de motor en andere vitale de- len van de motorfiets, waardoor de ket- ting kan slippen of breken. Om dit te voorkomen moet de spanning v an de aandrijfketting binnen het voorgeschre- ven bereik blijven.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-22 6 DAU23100 Controleren en smeren van kabels De werking van alle bedieningskabe ls en de conditie van alle kabels moe t voorafgaand aan elke rit w orden gecontroleerd en de ka- bel en kabeleinden moeten indien nodig worden gesmeerd.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-23 6 DAU231 40 Controleren en smeren van r em- en koppelingshendels Remhendel Koppelingshendel De werking van de rem- en de koppe- lingshendel moet voorafgaand aan elke rit worden gecontroleerd en de hendelscha r- nierpunten moeten indien nodig worden ge- smeerd .
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-24 6 W AARSCHUWING DWA10740 Als de middenbok of de zijstandaard niet soepel omhoog en omlaag beweegt, vraag dan een Yamaha dealer deze te controleren of te repareren.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-25 6 LET OP: DCA105 90 Als schade wordt gevonden of de voor- vork niet soepel beweegt, vraag dan een Yamaha dealer te repareren of te contro- leren. DAU232 80 Controle van stuursyst eem Losse of versleten balhoofdlagers kunnen gevaarlijk zi jn.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-26 6 DAU33650 Accu Dit model is uitgerust met een permanent- dichte accu (onderhoudsvrij type) waarvoor geen onderh oud vereist is. D e elektrolyt hoeft niet te worden gecontroleerd en er hoeft geen gedi stilleerd water te worden bij- gevuld.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-27 6 accu ’ s (onderhoudsvrij type), vraag dan een Yamaha dealer uw accu op te laden. DAU335 81 Zekeringen vervangen Het zekeringenka stje met de zek eringen voor afzonderlijke circu its bevindt zi ch on- der het zadel.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-28 6 LET OP: DCA10640 Gebruik geen zekering met een hoger amp è rage dan is voorgeschreven, om ernstige schade aan het elektrisch sys- teem en mogelijk brandgevaar te ver mij- den.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-29 6 W AARSCHUWING DWA107 90 Koplampgloeilampen worden zeer heet. Houd daarom brandbare pr oducten uit de buurt van een koplampgloeilamp en raak het lampglas niet aan zolang dit niet is afgekoeld. 4. Breng een nieuwe koplam pgloeilamp aan en zet deze dan vast met d e gloei- lamphouder.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-30 6 DAU24202 Gloeilamp in ri chtingaanwijzer vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin- gaanwijzer door de schroeven te ver- wijderen. 2. Verwijder de defecte gloeilamp d oor deze in te drukken en lin ksom te draaien.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-31 6 3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en links om te draaien. 4. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de fitting, druk de l amp aan en draai rechtsom tot hij stuit. 5. Breng de lampfitting aan (sam en met de gloeilamp) door deze vast te druk- ken.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-32 6 DAU33660 Aanbrengen van het voorwiel 1. Breng het wiel omh oog tussen de vorkpoten. 2. Steek de wielas naar binnen.
PERIODIEK ONDER HOUD EN KLEINERE REP ARATIES 6-33 6 6. Druk het wiel na ar voren en haal dan de aandrijfketting van het achtertand- wiel. OPMERKING: De aandrijfketting hoeft niet te worden ge- demonteerd om h et achterwiel te verwijde- ren en aan te brengen.
PERIODI EK ONDERHOUD E N KLEINER E REPARATIES 6-34 6 DAU25891 Storingzoekschema W AARSCHUWING DWA10840 Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hi eraan wordt gewerkt. Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
VERZORGING EN ST ALLING VAN DE MOTORFIE TS 7-1 7 DAU260 40 Verzorging De open constructie van een motorfiets maakt de fraaie techniek beter z ichtbaar, maar de machine is hierdoor ook meer kwetsbaar. Er kan sp rake zijn van roestvo r - ming en corrosi e, ook al zijn hoogwaardige componenten gebruikt.
VERZORGING EN STALLING VAN D E MOTORFIETS 7-2 7 Na normaal gebruik Verwijder vuil met warm water, zachte zeep en een zachte, schone spon s en spoel dan grondig met schoon water. Gebruik een tan- denborstel of een fles senborstel op m oeilijk bereikbare plekken .
VERZORGING EN ST ALLING VAN DE MOTORFIE TS 7-3 7 OPMERKING: Vraag een Yamaha deal er om advies over de te gebruiken producten. DAU262 11 Stalling Kort e te rmi jn Stal uw motorfiets steeds op een koele en droge plek en bescherm indien nodig tegen stof met een luchtdoorlate nde stallinghoes.
VERZORGING EN STALLING VAN D E MOTORFIETS 7-4 7 W AARSCHUWING DWA10950 Om schade of letsel door vonkvorming te voorkomen, moeten de bougie-elek- troden aan massa liggen terwijl de motor wordt rondgedraaid. 6. Smeer alle bedieningska bels en scharnierpunten va n alle hendels en pedalen en van de zij s tandaard/mid- denbok.
SPECIF ICATIES 8-1 8 Afmetingen: Totale lengte: 2175 mm (85.6 in) Totale br eedte: 775 mm ( 30.5 in) Totale ho ogte: 1115 mm (43.9 in) Zadelh oogte: 790 mm ( 31.1 in) Wielbasis: 1510 mm (59.4 in) Grond speling: 120 mm (4.72 in) Klei nst e draa icir kel: 2800 mm (110.
SPECI FICAT IES 8-2 8 4e: 31/24 (1. 292) 5e: 29/26 (1. 115) Chassis: Type f ram e: Dubbel w iegframe Spoor hoek: 25.5 0 graa d Naspoo r: 100.0 mm (3.94 in ) Voorband: Type : Tubele ss Maat: 120/7 0 ZR.
SPECIF ICATIES 8-3 8 Gloeilampen voltage, wattage × aantal: Koplam p: 12 V, 60 W /55.0 W × 1 Achte rli cht/ remlicht uni t: 12 V, 5.0 W/ 21.0 W × 2 Voors te richtinga anwijzer: 12 V, 21.0 W × 2 Achters te richtingaan wijzer: 12 V, 21.0 W × 2 Parkee rli cht: 12 V, 4.
GEBRUIKERSI NFORMATIE 9-1 9 DAU26351 Identificat ienummers Noteer het sleutelnummer, het voe rtuigi- dentificatienummer en de m odelinforma- tiesticker in onderstaand e ruimtes. Deze nummers heeft u nodig om reserveonder- delen bij een Yamaha dealer te bestell en of wanneer uw machine is ge stolen.
GEBRUIKERSIN FORMATIE 9-2 9 DAU264 80 Modelinformatiesticker De modelinformatiesticker is onder het za- del bevestigd aan het frame. (Zie pagina 3-14.) Noteer de informatie op deze sticker in het daartoe bestemde vakje. De ze infor- matie is nodig om reserve-onderdelen te bestellen bij een Yamaha dealer.
INDEX A Aandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-21 Accu ... ..... .... ...... ........... ........ ...... ........... 6-26 Achterbrugscharnierpunten , smeren..... 6-24 Antidiefstal-alarm systeem (optie)..... ....... 3-7 B Bagageriembeve stiging .
INDEX U Uitlaat katalysat or ........ .... .... ...... ........... . 3 -12 V Veiligheidsinformatie ...... ................... ..... 1-1 Verzorg ing .... ..... ......... .... ...... ........ ....... ... 7-1 Voertuigidentificatienum mer ................
A5-yoko_Blank.fm P age 1 Tuesday, Apri l 8, 2003 11: 43 AM.
A5-yoko_Blank.fm P age 1 Tuesday, Apri l 8, 2003 11: 43 AM.
GEDRUKT OP KRINGLOOPPAPIER Y AMAHA MO T OR CO . , L TD . PRINTED IN JAPAN 2005.11-0.3 × 1 CR (D).
デバイスYamaha XJR1300の購入後に(又は購入する前であっても)重要なポイントは、説明書をよく読むことです。その単純な理由はいくつかあります:
Yamaha XJR1300をまだ購入していないなら、この製品の基本情報を理解する良い機会です。まずは上にある説明書の最初のページをご覧ください。そこにはYamaha XJR1300の技術情報の概要が記載されているはずです。デバイスがあなたのニーズを満たすかどうかは、ここで確認しましょう。Yamaha XJR1300の取扱説明書の次のページをよく読むことにより、製品の全機能やその取り扱いに関する情報を知ることができます。Yamaha XJR1300で得られた情報は、きっとあなたの購入の決断を手助けしてくれることでしょう。
Yamaha XJR1300を既にお持ちだが、まだ読んでいない場合は、上記の理由によりそれを行うべきです。そうすることにより機能を適切に使用しているか、又はYamaha XJR1300の不適切な取り扱いによりその寿命を短くする危険を犯していないかどうかを知ることができます。
ですが、ユーザガイドが果たす重要な役割の一つは、Yamaha XJR1300に関する問題の解決を支援することです。そこにはほとんどの場合、トラブルシューティング、すなわちYamaha XJR1300デバイスで最もよく起こりうる故障・不良とそれらの対処法についてのアドバイスを見つけることができるはずです。たとえ問題を解決できなかった場合でも、説明書にはカスタマー・サービスセンター又は最寄りのサービスセンターへの問い合わせ先等、次の対処法についての指示があるはずです。